Inhoudsopgave

Alleen dat schuifje is wel verplaatst. Waar het schuifje staat, waar je op moet letten en hoe je dus Site Search instelt met Google Analytics laat ik je in dit artikel zien.

Voordat je begint: eerst moet je Google Analytics 4 hebben

Wanneer je zoekopdrachten meetbaar wilt maken met Google Analytics 4, is het natuurlijk wel belangrijk dat je eerst Google Analytics 4 hebt en hebt gekoppeld met je website.

Hoe je dat doet, ga ik je niet in dit artikel uitleggen. Dat is namelijk een volledig artikel op zich.

Die heb ik natuurlijk al lang geschreven. In het volgende artikel vind je precies hoe je Google Analytics 4 aanmaakt en vervolgens koppelt met Google Tag Manager.

Handleiding: Google Analytics 4 inladen via Tag Manager.

In 6 stappen Site Search instellen met Google Analytics 4

Heb jij een zoekfunctie binnen je website?

Waarschijnlijk wel.

Maar weet je ook of die functie vaak wordt gebruikt en wat mensen precies invullen?

Ik gok van niet.

Als het niet zo is, laat je momenteel veel kansen liggen.

Wist je bijvoorbeeld dat je dit als inspiratie kan gebruiken voor je vindbaarheid en optimalisatie van je website?

Want als mensen een woord vaak invullen, dan is dat iets wat ze snel willen zien/vinden.

Die informatie kun je dus mooi gebruiken om je website nog beter te maken voor je bezoekers (en Google!).

Hoog tijd dus om je alles te vertellen over hoe je deze goudmijn kunt instellen.

Stap 1: ga naar de website van Google Analytics en ga vervolgens naar de juiste Google Analytics 4 property.

Stap 2: klik linksonder op ‘Beheer’.

Stap 3: klik op ‘Gegevensstreams’.

Stap 4: klik op de juiste gegevensstream.

Stap 5: klik op het tandwieltje in het vakje met ‘Verbeterde meting’.

Stap 6: zet het schuifje bij ‘Zoeken op de site’ aan.

Zo gemakkelijk is het aanzetten van Site Search binnen Google Analytics 4. Helaas ben je er nog niet. Er zijn nog twee zaken die we moeten doen.

Deze instelling moet je controleren na het instellen van Site Search

Ik wil dat je nu even naar de zoekfunctie van je website gaat en daar wat intypt. Als je iets intypt en vervolgens op enter klikt. Welke URL krijg je dan te zien?

De URL binnen mijn WordPress website wordt https://onlinemarketingagency.nl/?s=test.

De letter of letters na de ? in je URL worden de query parameter genoemd. Die is heel belangrijk.

Google Analytics 4 heeft namelijk een aantal standaard van die parameters, maar wanneer je een niet gangbaar CMS hebt, kan het zijn dat Analytics 4 jouw parameters dus niet herkent.

Wanneer je op ‘Geavanceerde instellingen weergeven’ klikt in bovenstaande afbeelding, dan zie je dat Google Analytics 4 standaard de volgende parameters heeft:

• q
• s
• search
• query
• keyword

Staat de letter of staan de letters die bij jouw in de URL na de ? komen er niet tussen? Zet dan een komma achter keyword en vul ‘m aan met jouw parameter.

Dit komt er dan zo uit te zien: q,s,search,query,keyword,sitesearch

Controleer of ’t werkt en achterhaal wat mensen invullen in de zoekfunctie

De allerlaatste stappen zijn controleren of het werkt en achterhalen wat mensen invullen in de zoekfunctie.

Hiervoor moet je natuurlijk eerst de zoekfunctie op je website gebruiken. Als je dat hebt gedaan, moet je naar het kopje ‘Realtime’ binnen Google Analytics 4.

Vervolgens zie je rechts een blokje met ‘Aantal gebeurtenissen’ staan. Daar moet je je ‘view_search_results’ zien staan.

Nu je weet dat het werkt, wil je ook graag weten mensen hebben ingevuld in de zoekfunctie van je website.

Helaas houdt Google Analytics 4 nog niet alle zoekopdrachten netjes bij. Momenteel worden alleen de zoekresultaten van de afgelopen 30 minuten bijgehouden.

Deze kan je achterhalen door links op ‘Gebeurtenissen’ onder het kopje ‘Betrokkenheid’ te klikken.

Vervolgens klik op je ‘view_search_results’ in de lijst met gebeurtenissen.

En zet dan de parameternaam rechts op ‘search_term’.

Zoektermen inzichtelijk maken in je Google Analytics 4 Rapporten

Wanneer je de zoektermen ook inzichtelijk wil krijgen in je Google Analytics 4 rapporten, dien je nog een extra stap uit te voeren. Gelukkig hebben wij hier al een blog over geschreven, zodat je dit niet zelf meer hoeft uit te vogelen.

Google zoektermen inzichtelijk krijgen in je Google Analytics 4 rapporten

Wanneer je stap 1 en 2 van de blog in de bovenstaande link doorloopt, ben je helemaal klaar om jouw zoektermen ook in je rapporten inzichtelijk te krijgen!

En meer

Aangezien ik denk dat je nog wel meer handige tips en handleidingen over Google Analytics 4 wilt hebben, heb ik ze hier allemaal voor je op een rijtje gezet.

• Google Analytics 4 inladen met Google Tag Manager
• Iemand toevoegen aan Google Analytics 4
• IP-adres filter toevoegen in Google Analytics 4
• Klik op telefoonnummer & mailadres meetbaar maken met Google Analytics 4
• Bedankpagina meetbaar maken met Google Analytics 4
• Google Analytics 4 koppelen met Google Ads
• Google Analytics 4 conversies importeren in Google Ads
• Google Data Studio koppelen met Google Data Studio

Inhoudsopgave

Voordat we beginnen: E-commerce tracking uitgelegd

De basis van een goede online marketingstrategie zijn natuurlijk heldere doelstellingen en inzichtelijke cijfers. Binnen je B2B website kan je bijvoorbeeld je offerte aanvragen en de kliks op het telefoonnummer meetbaar maken, maar binnen je webshop gaat het natuurlijk om bestellingen en keiharde omzet.

Die omzet maak je inzichtelijk met e-commerce tracking. Ik leg je in een paar zinnen uit hoe het werkt:

Wanneer mensen een aankoop doen, belanden ze op een bedankpagina. Daar staat alle e-commerce informatie zoals de verkochte producten, prijs, verzendkosten, etc. in de code.

Met Google Tag Manager kunnen we die code eruit halen, bundelen en inschieten in Google Analytics, zodat het voor jou inzichtelijk wordt en die informatie kan gebruiken.

Dat is denk ik best te begrijpen. Laten we nu stap voor stap doornemen hoe je die e-commerce tracking op zet.

Stap 1: deel de briefing met de developer

Google heeft het allemaal heel gemakkelijk gemaakt en een uitleg geschreven waarin precies staat wat de developer allemaal in orde moet maken.

Dit wordt een datalayer genoemd. Dit is de informatie die ‘onderwater’ (in de code dus) op de bedankpagina komt te staan.

Als je e-commerce tracking in orde wilt maken, dan heb je de purchase datalayer nodig. Als je op de volgende link klikt, dan zie je de purchase datalayer staan. Die moet de developer inbouwen.

Stap 2: Installeer Google Analytics 4 via Google Tag Manager

Om e-commerce tracking te gebruiken, heb je natuurlijk Google Analytics en Google Tag Manager nodig. Die moet je dus eerst instellen en installeren.

Hoe je dat doet, is een hele handleiding op zich (en die hebben we er natuurlijk al voor geschreven). Stap 2 is dus het doorlopen van de volgende handleiding: Google Analytics 4 via inladen via Tag Manager.

Met bovenstaande handleiding weet je zeker dat je Google Tag Manager (GTM) en Google Analytics 4 (GA4) op de juiste manier hebt ingesteld.

Maak je al gebruik van GTM en GA4? Dan sla je deze stap natuurlijk over en ga je meteen door naar stap 3.

Stap 3: Controleer of de datalayer werkt

Als het goed is, heeft de developer de datalayer inmiddels ingebouwd. Het is nu aan jou om te controleren of de datalayer werkt.

Dit kan je doen door een (test)bestelling te doen en vervolgens op de bedankpagina de code te inspecteren. Hiervoor klik je in Google Chrome op de rechtermuisknap en vervolgens selecteer je ‘Paginabron weergeven’.

Ga vervolgens in de code op zoek naar de datalayer door op ‘purchase’ te zoeken. Je zou dan het script van de developer moeten vinden, die natuurlijk exact lijkt op het script dat Google heeft omschreven in stap 1.

Stap 4: stel Google Tag Manager goed in

Nu je al het voorwerk hebt gedaan, gaat het echte werk beginnen. Stap 4 is namelijk waar dit artikel om draait. Hier vind je het stappenplan hoe je alles binnen Google Tag Manager goed instelt.

Om Google Tag Manager goed in te richten, moeten we drie dingen instellen:

1. De variabelen
2. De trigger
3. De tag

Voordat je daarmee aan de slag gaat, leg ik kort uit wat het allemaal is:

• De variabelen is voor de variabele gegevens binnen de datalayer. Bijvoorbeeld de producten, de prijs en de verzendkosten. Deze moeten we allemaal los aanmaken binnen Tag Manager.
• De trigger is het moment wanneer alle informatie wordt afgevuurd. Oftewel, wanneer wij vinden dat alle gegevens ingeschoten moeten worden.
• En als laatst heb je de tag. Dit is eigenlijk alle standaard informatie we nodig hebben en voor welk systeem het ingeschoten moet worden (in dit geval dus Google Analytics 4).

Stap 4.1: het instellen van de variabelen

Wanneer je ingelogd bent in Google Tag Manager (en het juiste account hebt aangeklikt), dan moet je links op ‘variabelen’ klikken.

Nu gaan we daar de variabelen aanmaken voor alle variabelen die gebruikt zijn in de datalayer. Dat zijn:

• Transaction_id
• Affiliation
• Value
• Tax
• Shipping
• Currency
• Coupon
• Items

Dat zijn er dus acht.

Om een variabele aan te maken, klik je rechtsonder op ‘nieuw’. Vul bovenaan de naam van de variabele in en zorg dat je er een handige en een herkenbare opzet voor gebruikt.

Noem deze bijvoorbeeld: ‘DLV – ecommerce.items’. Dat ecommerce.items komt uit de datalayer die we hebben aangemaakt. De .items betekent eigenlijk dat dat onderdeel onder ecommerce valt. Als een soort laag.

En als je naar de datalayer kijkt, dan zie je inderdaad dat de items onder het kopje e-commerce vallen.

Klik vervolgens op ‘Kies een type variabele om het instellen te starten’ en dan op ‘Variabele voor gegevenslaag’.

Vul daar ecommerce.items in, zorg dat de versie voor gegevenslaag op versie 2 staat en klik rechtsboven op ‘opslaan’.

Je hebt je eerste variabele aangemaakt. Herhaal dit proces nu nogmaals voor de andere variabelen uit de lijst:

• Transaction_id
• Affiliation
• Value
• Tax
• Shipping
• Currency
• Coupon

Als je dat hebt gedaan, dan ziet de lijst er nu zo uit:

Zo. Deel 1 van het Tag Manager instellen is gedaan. Door naar de trigger.

Stap 4.2: het instellen van de trigger

Een trigger kan je in Tag Manager instellen onder het kopje ‘Triggers’ aan de linkerkant.

Klik daarop en klik vervolgens rechtsboven op ‘nieuw’. Ook de trigger moeten we een herkenbare naam geven.

Ons advies is ‘Event – purchase’. We gaan namelijk een gebeurtenis (event) meetbaar maken en het woordje ‘purchase’ is de naam van het event in de datalayer.

Klik vervolgens op ‘Kies een type trigger om het instellen te starten’ en dan op ‘Aangepaste gebeurtenis’.

Vul hier vervolgens ‘purchase’ in en klik rechtsboven op ‘Opslaan’.

Dat was de trigger, nu door naar de tag!

Stap 4.3: het instellen van de tag

Klik binnen Tag Manager links op ‘Tags’ en klik vervolgens rechtsboven weer op ‘Nieuw’.

Geef ook deze een herkenbare naam. Wij gebruiken hiervoor ‘GA4 – aankoop’. De GA4 staat voor Google Analytics 4 en aankoop staat voor waar het om gaat.

Kies bij de tagconfiguratie voor ‘Google Analytics 4: GA4-gebeurtenis’.

Kies bij configuratietag voor je Google Analytics 4 tag (deze kan bij jou een andere naam hebben; dit is afhankelijk van hoe je dat bij stap 2 hebt ingesteld).

Vul vervolgens ‘purchase’ in bij de gebeurtenisnaam.

De laatste stap binnen het instellen van de tag is het toevoegen van de gebeurtenisparameters. Hier moet je de variabelen allemaal stuk voor stuk toevoegen, zodat deze variabele informatie meekomt met je tag.

Vul bij parameternaam de namen in van de variabelen uit de datalayer. Dat zijn dus weer de volgende 8 onderdelen:

• Transaction_id
• Affiliation
• Value
• Tax
• Shipping
• Currency
• Coupon
• Items

Dat komt er zo uit te zien:

Bij het rijtje ‘Waarde’ kan je op het blokje klikken en dan de juiste variabelen uitkiezen. Dat komt er zo uit te zien:

Klik vervolgens op ‘Kies een trigger om deze tag te activeren’ en kies daar ‘Event – purchase’.

Klik vervolgens rechtsboven op ‘Opslaan’, dan op ‘Verzenden’ en dan op ‘Publiceren’.

Heel goed! Je hebt e-commerce tracking aangezet binnen Google Analytics 4. We gaan het nu alleen nog even testen.

Puur om even te kijken of je het goed hebt gedaan.

Stap 5: kijk of alles binnen Tag Manager goed werkt: doe een testbestelling

Binnen Google Tag Manager hebben ze een hele handige voorbeeldmodus. Die kan je openen door rechtsboven op ‘Voorbeeld’ te klikken.

Vul de domeinnaam in van de website in die je wilt testen en klik op ‘Connect’.

Er opent dan een nieuw scherm met je website. Doe daar een (test) bestelling. Vervolgens kan je alle variabelen en de datalayer terugzien in de voorbeeldmodus (onder variables en Data Layer).

De laatste check is natuurlijk de dag erna in Google Analytics 4 kijken of de omzet daadwerkelijk terug te zien is. Als je deze handleiding goed hebt gevolgd, dan zal dat echter geen probleem zijn.

Dit artikel is geschreven op 14 mei 2021 en geüpdatet op 4 augustus 2023.

Inhoudsopgave

Het is namelijk een dood einde en daar wordt niemand blij van. Jij niet, je klant niet. Niemand.

Hoog tijd om samen eens in de bedankpagina te duiken en te kijken wat er beter kan. Dus zie hier: 17 concrete tips voor het optimaliseren van je bedankpagina.

Tip 1: maak je bedankpagina meetbaar

‘What gets measured, gets managed’ is een bekende uitspraak. En dat geldt ook voor je bedankpagina.

De eerste stap is dus het meetbaar maken van je bedankpagina. Dat betekent:

• Zorgen dat Google Analytics ook op je bedankpagina staat
• Je bedankpagina instellen als conversie
• Eventueel werken met een datalayer (als je een webshop hebt)
• In de gaten houden wat het bouncepercentage, gemiddelde sessieduur en het uitstappercentage van je bedankpagina is
• Eventueel je bedankpagina meenemen in de funnel van Analytics of een andere tool

Als je deze gegevens van je bedankpagina niet hebt of niet weet, dan is dat je stap 1: zorgen dat je bedankpagina meetbaar is.

Tip 2: zorg dat je bedankpagina niet geïndexeerd wordt

Tip 2 staat in het verlengde van tip 1. Je wilt namelijk dat je bedankpagina wel meetbaar is, maar je wilt niet dat hij geïndexeerd wordt.

Dat heeft drie redenen:

• Je wilt niet dat mensen je bedankpagina bereiken via Google
• Je wilt niet dat bepaalde bots de zoekresultaten van Google doorspitten en op je bedankpagina uitkomen
• En je wilt natuurlijk je bedankpagina niet als sitelink extensie zien in de organische zoekresultaten. Daar wil je andere pagina’s hebben staan.

Ps. Je kan natuurlijk ook instellen dat mensen een verplicht pad moeten bewandelen voordat ze op je bedankpagina uitkomen, maar ook dat is niet altijd handig.

Tip 3: vraag niet om een review

Voordat je een artikel schrijft, doe je natuurlijk altijd onderzoek naar de concurrenten. Dat deed ik ook bij het schrijven van dit artikel.

In nagenoeg elk artikel zag ik het wel staan: vraag om een review op je bedankpagina. Persoonlijk vind ik dat echt een ontzettend slecht idee.

Stel, je hebt net een product besteld en je komt op een bedankpagina uit. Hoe kan je dan al een review achterlaten?

Of je hebt net bepaalde informatie aangevraagd en ontvangen via de mail. Hoe kan je dan al een review achterlaten?

Dat kan helemaal niet. Je weet namelijk niet hoe de kwaliteit van het product is. Je hebt nog niks ontvangen. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op de regel, maar ik vind dit een slecht advies.

Niet doen dus.

Tip 4: zet je bedankpagina in Hotjar

Tip 4 is eigenlijk een uitbreiding op tip 1. Je kan je bedankpagina meetbaar maken en als conversie instellen, maar je kan ‘m ook meetbaar maken met Hotjar.

Dan kan je precies zien hoe mensen zich op je bedankpagina gedragen. Je kan een heatmap instellen waarmee je het volgende precies kan zien:

• Waar mensen klikken
• Hoe mensen hun muis bewegen
• Tot hoe ver mensen scrollen

Naast het instellen van een heatmap kan je ook de recordings instellen op bedankpagina. Een recording is niks anders dan een video van iemand die je website bekijkt. Daarmee kan je precies zien hoe iemand zich gedraagt op je pagina.

Tip 5: voeg links toe naar je social media kanalen

Tip 5 is een universele tip die voor alle marketen geldt. Zowel B2B als B2C als D2C.

Social media zijn een ontzettend belangrijk onderdeel binnen online marketing. Dat weet je inmiddels wel. Door het toevoegen van social media icoontjes en die te linken naar je social media kanalen kan je makkelijk zorgen voor meer volgers, likes en views.

Daarnaast geef je ook weer de mogelijkheid voor je klant om beter in contact te staan met jullie als bedrijf en om meer content van jullie te zien.

Ps. Deze tip werkt natuurlijk ook goed voor mensen die hun personal brand willen uitbouwen. Voeg dan een link toe naar je persoonlijke LinkedInpagina in plaats van je bedrijfspagina.

Tip 6: zet relevante content zoals video’s, blogs en cases op je bedankpagina

De vuistregel voor je bedankpagina is dat je nooit moet zorgen voor een dood einde. De makkelijkste manier om dit te voorkomen is, zoals tip 5 al heeft laten zien, het toevoegen van een stukje content.

Dat kan in de vorm van een knop, maar ook in de vorm van een video. Of je laatste 3 blogs. Of je nieuwste case.

Dit is content die je vaak al op de plank hebt liggen en je dus zonder moeite kan toevoegen.

Tip 7: geef mensen de mogelijkheid om zich in te schrijven voor je nieuwsbrief

Dit vind ik persoonlijk een van de belangrijkste tips uit deze lijst. E-mail marketing is namelijk een verschrikkelijk belangrijk marketingkanaal en een van de weinige kanalen waar je echt een lijst kan opbouwen waar je zelf de baas over bent.

Dus zonder algoritmes of andere zaken die je scoringspercentage kunnen beïnvloeden.

Het toevoegen van een optie tot inschrijven op je nieuwsbrief (op je bedankpagina) is sinds de komst van de AVG nog belangrijk geworden. Dat komt doordat het aanmelden voor de nieuwsbrief vinkje niet automatisch meer aan mag staan.

En aangezien dit vaak een klein vinkje is en aangezien mensen vaak te lui zijn om ‘m aan te zetten, kan dit een extra kans zijn om ze toch op je mailinglijst te krijgen.

Tip 8: voeg social media sharebuttons toe wanneer dat past bij je product / dienst

Zelf ben ik niet echt fan van social media sharebuttons. Wie gebruikt die dingen nou?

In de regel zal ik ze dan ook niet snel adviseren, behalve…

Behalve wanneer het gaat om een product of dienst die echt tof is en het delen waard is. Denk bijvoorbeeld aan wanneer je net concerttickets hebt gekocht.

Je bent hartstikke trots dat je naar het concert van Post Malone (een van mijn favoriete artiesten) gaat en dat wil je delen op social media.

Of wanneer je bijvoorbeeld net de pre-order hebt betaald voor de Tesla Cybertruck. Ook dat wil je natuurlijk aan de buitenwereld laten zien.

In die gevallen zal ik ze dan wel adviseren ze te gebruiken op je bedankpagina. Maar als marketingbureau, als e-commerce shop of als loodgieter zou ik ze niet gebruiken.

Tip 9: laat duidelijk zien wat de volgende stap is

Als we het hebben over communicatie, dan is verwachtingsmanagement daar een belangrijk onderdeel van. Dit geldt natuurlijk voor face-to-face gesprekken, maar ook voor communicatie op je website.

Stel dat je net een contactformulier hebt ingevuld bij een loodgieter. Er lekt namelijk iets in huis.

Je komt vervolgens op een bedankpagina uit waarop staat ‘bedankt voor het invullen van het contactformulier’. Wat is dan je eerstvolgende gedacht?

uhhhh…. En nu?’ Waarschijnlijk.

Geef op je bedankpagina aan wat de volgende stap is. Moeten mensen met spoed een bepaald nummer bellen? Binnen hoeveel uur neem je contact op? Wanneer kunnen mensen een reactie verwachten?

Geef dus duidelijk aan (of laat zien) wat de volgende stap is. En waarom dat belangrijk is bij webshops hoef ik denk ik niet uit te leggen .

Tip 10: geef aanvullende informatie over het product of dienst

Je hebt ze vast wel eens voorbij zien vliegen of je hebt ze vast wel eens voorbij zie komen op YouTube of Instagram: een drone.

Het eerste moment dat ik er één zag was mijn gedachte: die moet ik hebben. Dus wat doe je dan? Je gaat naar de website van de Media Markt, Coolblue of je bestelt ‘m ergens anders.

Maar weet je eigenlijk wel hoe je zo’n ding moet gebruiken? Weet je eigenlijk wel wat de regels omtrent drones zijn? En wist je dat je er niet overal mee mag vliegen?

Nee, dat weet je dan nog niet. Maar dat soort informatie kan je wel mooi delen op je bedankpagina in de vorm van een video, blog of e-book.

Bij een webshop met duizenden verschillende producten is dat misschien lastig. Maar als je alleen maar drones verkoopt, dan kan dat hartstikke handige zijn.

Nog een ander voorbeeld. Tijdens de black Friday van 2020 heb ik een Mate X gekocht. Dat is een hele vette e-bike (vind ik dan).

De levertijd was maart 2021. Dat is voor mij geen probleem, want in de winter ga ik toch niet op de fiets.

Op de bedankpagina hadden ze een mooie video kunnen laten zien van het proces van het maken van de fiets, hoe je de fiets ontvangt of hoe je ‘m in elkaar zet (als dat nodig is).

Helaas hebben ze dat niet gedaan en heb ik sinds die tijd geen bericht, mailtje of video gezien. Dat is een gemiste kans.

Ps. Hier een foto van de fiets die ik aangeschaft heb. Letterlijk en figuurlijk een ‘dikke’ fiets.

Tip 11: maak je bedankpagina persoonlijk (personalisatie + personaliseren van je bedrijf)

Ik pas dit zelf ook toe op mijn bedankpagina. Ik vind het namelijk belangrijk om af te sluiten met een persoonlijke noot.

Ik laat graag zien dat ‘er een mens’ aan de andere kant van het scherm zit. Dat vinden mensen prettig. Mensen doen namelijk graag zaken met mensen.

Je kan de bedankpagina op nog een manier persoonlijk maken. Wanneer iemand zijn voornaam heeft ingevuld, kan je dit gebruiken op de bedankpagina. Bijvoorbeeld door die persoon aan te spreken.

“Hi Daniel. Bedankt voor het kopen van de Mate X Black Knight. We hebben Michael direct aan het werk gezet om de bestelling in orde te maken……. “

Maar ook het product kan je terug laten komen, het mailadres of andere gegevens die mensen hebben ingevuld.

Dat maakt de bedankpagina nog persoonlijker.

Tip 12: vraag om feedback over je website

Met feedback bedoel ik natuurlijk niet wat de bezoeker mooi of lelijk vindt van de website, maar oprechte feedback over het proces.

Denk bijvoorbeeld aan het betaalproces. Werkten er bepaalde dingen wel of niet? Kon je alles vinden? Hierin kan je natuurlijk sturen door mensen opties aan te laten klikken, maar je kan ook voor een open invulveld kiezen.

Een andere optie is dat je vraagt of mensen je website een cijfer willen geven van 1 tot 10. Dit kon vroeger heel gemakkelijk met Hotjar, maar Hotjar heeft die functie eruit gegooid.

Bij bepaalde tools kan je ook instellen dat wanneer mensen een cijfer lager dan 4 geven of hoger dan 9 dat ze wederom een invulveld krijgen.

Tip 13: probeer mensen aan boord te houden door een (exit intent) pop-up

Zoals je weet ben ik fan van de exit intent pop-up. Dat is een pop-up die tevoorschijn komt wanneer iemand de website wil verlaten.

De kans is groot dat wanneer mensen op je bedankpagina belanden, ze hebben gedaan wat ze wilden doen en er weer vandoor gaan. Dit kan betekenen dat ze de content niet gaat lezen en je dus niet veel aan de andere tips uit deze lijst hebt.

Door een exit intent pop-up in te zetten, kan je voorkomen dat mensen je website verlaten en ze toch nog even van wat extra informatie voorzien.

Wat die extra informatie moet zijn? Nou, daar moet je de andere 16 tips maar voor lezen :-).

Tip 14: bied gerelateerde producten of diensten aan (upsell)

Het up- en crossellen van producten vind ik voor e-commerce een van de beste tips uit deze lijst. Dit kan je natuurlijk tijdens het betaalproces doen door middel van een orderbump of een kopje met gerelateerde producten, maar ook door de producten of diensten op de bedankpagina te zetten.

Je wilt namelijk niet het betaalproces zo lastig mogelijk maken en ontzettend veel onnodige informatie tonen. Dit kan namelijk conversieverlagend werken.

Maar je wilt natuurlijk wel laten zien dat je een speciale onderhoudskit hebt of dat er supertoffe accessoires zijn voor de e-bike die je klant zojuist gekocht heeft.

Tip 15: stimuleer een herhaalaankoop door een kortingscode of tegoedbon

Wetenschappelijk onderzoek toont dat de kans groter is dat mensen vaker bij je kopen als ze één keer iets bij je hebben gekocht.

En dat de kans nog groter wordt dat mensen iets bij je kopen wanneer ze twee keer iets hebben gekocht is ook gevonden.

En de kans is nog groter dat ze nog een keer iets bij gaan kopen als ze drie keer iets hebben gekocht.

Je snapt denk ik wel waar dit heen gaat. Hoe vaker iemand iets bij je koopt, hoe groter de kans is dat mensen nogmaals iets bij je kopen.

Die herhaalaankoop kan je stimuleren door een kortingscode of een tegoedbon aan te bieden op je bedankpagina. Dit kan je natuurlijk alleen doen voor mensen die voor het eerst iets kopen, maar ook voor mensen die voor de tweede of derde keer iets kopen.

Tip 16: geef mensen de optie toch een account aan te laten maken wanneer ze dat nog niet hebben gedaan

Hoe makkelijker en hoe minder frictie mensen ervaren tijdens het betaalproces, hoe groter de kans dat mensen converteren. Dat is de regel.

Dat heeft er de afgelopen jaren voor gezorgd dat webshops steeds vaker de optie bieden om iets af te rekenen zonder een account aan te maken.

Want hoe vaak komt het wel niet voor dat je je wachtwoord vergeten bent? En hoe vaak komt het wel niet voor dat je nu geen zin hebt om een nieuw wachtwoord aan te maken? Laat staan een heel account…

Nou, heel vaak!

Maar wanneer mensen hebben afgerekend als gast, dan weet je misschien minder over/van ze en de kans is groot dat je ze ook geen nieuwsbrief mag sturen omdat ze die optie niet hebben aangevinkt.

Op de bedankpagina kan je nogmaals vragen of ze toch nog een account willen aanmaken. Dit kan dan heel gemakkelijk, omdat je al hun informatie al hebt. Je kan er dan voor zorgen dat mensen met een druk op de knop toch een account aan kunnen maken waarbij al hun gegevens al voor ze zijn ingevuld. Zo hoeven ze alleen nog een wachtwoord in te voeren (en ook die kun je laten mailen).

Tip 17: gebruik niet alle bovenstaande methodes :-). Test wat werkt en bij jouw business past

De laatste tip is heel simpel: test vooral wat werkt en bij jou, je doelgroep en je business past. Staar je nooit blind op dit soort lijstjes en pas zeker niet alle 17 tips toe.

Achterhaal simpelweg wat het best werkt voor jou.

Dit artikel is geschreven op 13 februari 2021 en geüpdatet op 4 juli 2023.

Inhoudsopgave

Gelukkig is daar een oplossing voor: e-commerce tracking voor je WordPress website met de plugin GTM4WP. En daar gaat dit artikel over.

Dit artikel bestaat uit 2 delen:

• Deel 1: Installeren en instellen van GTM4WP
• Deel 2: Instellen van Google Tag Manager

Laten we beginnen met deel 1.

Deel 1

We gaan beginnen met het installeren van GTM4WP. Klinkt ingewikkeld, maar het is slechts een paar minuten werk waarvoor je geen technische kennis nodig hebt.

Stap 1.1: Log in op je WordPress website en download GTM4WP

Log in op je WordPress website, ga links naar het kopje plugins en klik dan bovenaan op ‘nieuwe plugin’.

Vul rechtsboven GTM4WP in, klik op enter en vervolgens op de ‘Nu installeren’ knop.

Als je de plugin hebt geïnstalleerd, dan komt op dezelfde plek de knop ‘Activeren’ te staan. Klik ook deze aan.

Stap 1.2: GTM4WP instellen

De plugin GTM4WP vind je onder het kopje ‘Instellingen’. Als je daarop hebt geklikt, moet je eerst de Google Tag Manager ID toevoegen. Deze vind je rechtsboven in Tag Manager.

Hier vind je ‘m:

En hier moet je ‘m plaatsen:

Vervolgens moet je de Container Code op ‘aan’ zetten. Persoonlijk zet ik de compatibiliteitsmodus altijd uit, maar dit werkt niet bij elke WordPress website even goed. Test daar dus even mee.

Stap 1.3: Datalayers / e-commerce tracking daadwerkelijk aanzetten

Klik in de GTM4WP plugin op ‘Integratie’  in de balk en vervolgens op ‘WooCommerce’.

Om GA4 e-commerce tracking aan te zetten, moet je alleen het vinkje aanzetten bij ‘Registreer verbeterde e-commerce’.

Dit is dus het vinkje waar het om gaat:

In principe hoef je niks met de resterende vinkjes en instellingen te doen, maar je kan nog wel aan wat knoppen draaien.

Bijvoorbeeld:

• Verzendkosten uitsluiten
• Winkelwagen als eerste stap
• Klantgegevens toevoegen in de datalayer

Al deze opties zijn niet verplicht en eigenlijk ook niet belangrijk voor het verdere instellen.

Vergeet voordat je klaar bent in ieder geval niet op ‘Wijzigingen opslaan’ te klikken’.

Nou, zo simpel was deel 1. Door naar deel 2.

Deel 2

Je website is voorzien van Tag Manager, GTM4WP staat goed ingesteld en je bent er nu klaar voor om Tag Manager in te stellen.

Stap 2.1: Google Analytics 4 inladen met Google Tag Manager

Het inladen van Google Analytics 4 met Google Tag manager vond ik zo belangrijk, dat ik er eerder een blog over heb geschreven: https://onlinemarketingagency.nl/handleidingen/google-analytics-4-inladen-tag-manager/.

Stap 1 van deel 2 is dan ook dat artikel volgen en vervolgens weer terugkomen naar dit artikel.

Stap 2.2: Importeer GA4 container template

E-commerce tracking bestaat uit 2 belangrijk onderdelen:

1. Zorgen dat er datalayers zijn (dat neemt de plugin GTM4WP uit handen)
2. Zorgen dat de data uit de datalayers wordt gehaald met Tag Manager en wordt ingeschoten in GA4

Punt 1 los je op met het juist instellen van de plugin (hebben we al gedaan). Punt 2 los je op door onderstaande bestand te importeren in Tag Manager:

ecommerce.json

Als je het bestand hebt gedownload, ga je naar je Google Tag Manager account. Klik daar op ‘beheer’ en dan op ‘container importeren’.

Klik op ‘Containerbestand kiezen’ en upload daar het bestand wat je net hebt gedownload.

Kies vervolgens een nieuwe werkruimte. Noem deze bijvoorbeeld ‘E-commerce tracking GTM4WP’.

Kies vervolgens de optie ‘Samenvoegen’.

En kies als laatst voor ‘Namen van conflicterende tags, triggers en variabelen wijzigen’.

Dat komt er zo uit te zien:

Nu vraag je je misschien af wat je zojuist gedaan hebt.. Nou, je hebt net een kant-en-klare oplossing ingeladen die ervoor zorgt dat alle variabelen in Tag Manager worden klaargezet.

Dit zijn alle variabelen die GTM4WP aanmaakt en die in je datalayer zitten. Dit zijn alle variabelen die je terug wilt zien in GA4.

• Ecommerce:
• Ecommerce Items
• Ecommerce Transaction ID
• Ecommerce Value
• Ecommerce Tax:
• Ecommerce Affiliation
• Ecommerce Shipping
• Ecommerce Coupon
• Ecommerce Currency

Stap 2.3: Zorg dat GA4 is gekoppeld aan het GA4 purchase event

Doordat je bovenstaande import hebt gedraaid, zie je nu als het goed is ook een extra tag in Tag Manager. Namelijk:

GA4 – Event – Ecommerce Events

Het is erg belangrijk dat je deze aanklikt en vervolgens bij configuratietag de GA4 tag nog toevoegt. Als je dit niet doet, zal de implementatie niet werken.

Als je dat hebt gedaan, klik je vervolgens rechtsboven op opslaan.

Klik vervolgens rechtsboven op verzenden om je Tag Manager container te publiceren.

Stap 2.4: Controleer of het werkt

We zijn aangekomen bij de laatste stap. GTM4WP staat en Tag Manager is goed ingesteld. Het is nu belangrijk dat je naar GA4 gaat en dat je naar de rapportage ‘Realtime’ gaat.

Doe vervolgens een testbestelling. Als alles goed is gegaan, dan moet je bij purchase een 1 zien. Dat ziet er dan als volgt uit:

Vervolgens moet je de volgende dag kijken of de omzet ook terug te zien is bij het kopje ‘Inkomsten genereren’.

Als dat het geval is, weet je het zeker dat je e-commerce tracking is ingesteld..

Dan is het nu tijd voor een schouderklopje ;-)!

Inhoudsopgave

In deze blog leg ik je precies uit hoe je e-commerce tracking opzet binnen WordPress. Zonder gedoe met Tag Manager of geklooi met codes. Gewoon lekker simpel, met een plugin.  Laten we beginnen.  

Waarom heb je e-commerce tracking nodig?  

Door e-commerce tracking in te stellen via Google Analytics 4, krijg jij veel meer inzicht in de omzetcijfers. De cijfers worden namelijk gekoppeld aan de statistieken van je webshop.  

Die informatie kun je vervolgens weer gebruiken om je online strategie op af te stemmen. Zo kun je bijvoorbeeld het aantal producten per transactie zien, de gemiddelde bestelwaarde, de conversieratio maar ook de omzet van je webshop per verkeerskanaal.  

Kortom: een hoop waardevolle informatie waardoor jij betere afwegingen kunt maken.  

Hoe werkt e-commerce tracking?  

Eigenlijk werkt e-commerce tracking simpel. Als jij een tuinarchitect bent en iemand vult het offerteformulier op jouw website in, dan zie jij in Google Analytics een conversie terug. Jij hebt namelijk in Google Analytics ingesteld dat het een conversie is als iemand op de bedankpagina komt. 

Hetzelfde principe geldt bij e-commerce tracking. Alleen vult iemand in dat geval geen offerte formulier in, maar doet diegene een aankoop. Zodra de bedankpagina in wordt geladen, wordt de informatie over de aankoop doorgegeven aan Google Analytics via de datalayer die op de bedankpagina staat.  

Een datalayer? Geen zorgen, ik leg je hieronder uit wat een datalayer is.  

Wat is een datalayer?  

In de datalayer staat alle informatie rondom de e-commerce data. Dus de verkochte producten, de prijs, de verzendkosten, de maat, etc. Alles wat voor jou relevant is om te weten. Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:  

Zelf zo’n datalayer maken en op de bedankpagina zetten is mogelijk. Een developer doet dat in een handomdraai. Maar voor jou (en mij) is dat lastig. Daarom leg ik je in deze blog uit hoe je dat doet met behulp van de Woocommerce Google Analytics Integration.  

Met die plugin én deze handleiding kun je met een paar klikken een datalayer aanmaken en e-commerce tracking instelling in Google Analytics 4.  

Waarvoor heb je de WooCommerce Google Analytics Integration nodig? 

Met de WooCommerce Google Analytics Integration plaats je de datalayer eenvoudig op je website. Met deze gratis plugin verbind je je webshop eenvoudig aan je Google Analytics 4 account.  

Volg de stappen hieronder om e-commerce tracking binnen je WordPress plugin met WooCommerce Google Analytics Integration in te stellen.  

In 3 stappen gratis e-commerce tracking aanmaken binnen WordPress 

Ik ga ervanuit dat je Google Analytics 4 en Tag Manager al ingesteld en geïnstalleerd hebt. Mocht dat niet het geval zijn, check dan eerst even de handleiding over het inladen van Tag manager via Google Analytics 4.  

Voordat je gaat starten, moet je eerst je metings-ID opzoeken in Google Analytics 4. 

Stap 1: Meting ID opzoeken in Google Analytics 4 

Je kunt je Meting-ID vinden door in Google Analytics 4 in te loggen en linksonder op Beheer (tandwieltje) te klikken. Klik vervolgens op “gegevensstream”, open het tabblad “web” en klik op de gegevensstream die je daar ziet staan.  

Gelukt? Dan zie je onderstaand scherm in beeld. Kopieer je Metings-ID. Die heb je zometeen nodig!  

Stap 2: Plugin Woocommerce Google Analytics installeren 

Om te beginnen moet je inloggen bij jouw WordPress website. Ga dan naar “plugins” en klik op  “nieuwe plugins”. Vul als zoekopdracht “Woocommerce Google Analytics” in en download de plugin.  

Heb je de plugin gedownload? Top. Klik vervolgens in het menu aan de linkerkant op ”woocommerce” en vervolgens op ”instellingen”. Open het ”integraties” tabblad en klik op ”Google Analytics. Op naar stap 3.

Stap 3: Plugin Woocommerce Google Analytics instellen 

Let op: voordat je hieraan begint is het belangrijk dat je weet dat deze plugin een Google Analytics script gaat installeren op je website. Verwijder dus eerst het Google Analytics script dat je hebt ingeladen via Tag Manager of zelf ooit handmatig hebt toegevoegd. 

Als het goed is, heb je nu de woocommerce integratie tab open en kijk je naar een scherm met velden die ingevuld moeten worden. Dit moet je invullen:  

• Google Analytics tracking ID; hier vul je de Meting-ID in uit stap 1 
• De domeinnaam van je website (inclusief www. als je website daarop draait) 
• Vink “Gebruik de globale site tag” aan en zorg dat Universal Analytics inschakelen niet aan is gevinkt (volg voor het instellen van e-commerce in UA deze handleiding) 
• De rest van de vinkjes mag je laten staan zoals het staat.  

En zo makkelijk is het regelen van e-commerce tracking binnen je WordPress website. Voer nog wel even een testbestelling uit om te checken of de data goed binnenkomt in Google Analytics. 

Inhoudsopgave

Misschien heb je dit al wel in de oude Analytics gedaan, maar in dit artikel laat ik je zien hoe je dat doet in Google Analytics 4 (GA4).

Voordat je begint: dit moet je al werkend hebben (GA4 e-commerce tracking) 

Als je de add to cart en de remove from cart wilt instellen, dan moet je twee dingen al werkend hebben. En dat zijn:

1. Google Analytics 4 e-commerce tracking
2. Er moet een datalayer gepushed worden als een product wordt toegevoegd aan je winkelmandje of verwijderd wordt.

Die eerste kan je heel gemakkelijk doen met behulp van mijn blog. Voor de tweede is de kans groot dat je de developer aan het werk moet zetten. Stuur ‘m de volgende link door en dan moet het goedkomen: https://developers.google.com/analytics/devguides/collection/ga4/ecommerce?client_type=gtag.  

Add to cart meetbaar maken met Google Analytics 4

Ga naar Google Tag Manager en klik het juiste account aan.

Klik vervolgens op ‘Nieuwe tag’ en dan op ‘Nieuw’.

Vul vervolgens de volgende gegevens in:

Noem de tag iets dat lijkt op: GA4 – Event – add_to_cart

Configuratietag: voeg daar de GA4 toe die je gebruikt bij de configuratie.

Gebeurtenisnaam: add_to_cart

Gebeurtenisparameters: items & {{DLV – ecommerce.items}}.

Dat komt er dan zo uit te zien!

Nu gaan we door naar de trigger. Kies daar voor ‘aangepaste gebeurtenis’ en vul daar add_to_cart in.

Remove from cart meetbaar maken met Google Analytics 4

Het instellen van de remove from cart gaat eigenlijk hetzelfde, alleen dan natuurlijk met een andere benaming.

Ga naar Google Tag Manager en klik het juiste account aan.

Klik vervolgens op ‘Nieuwe tag’ en dan op ‘Nieuw’.

Vul vervolgens de volgende gegevens in:

Noem de tag iets dat lijkt op: GA4 – Event – remove_from_cart.

Configuratietag: voeg daar de GA4 toe die je gebruikt bij de configuratie.

Gebeurtenisnaam: remove_from_cart

Gebeurtenisparameters: items & {{DLV – ecommerce.items}}.

Nu gaan we weer door naar de trigger. Kies daar opnieuw voor ‘aangepaste gebeurtenis’ en vul daar remove_from_cart in.

De laatste stap

Als je dit goed hebt ingesteld, dan moet je alleen nog de gebeurtenissen toevoegen in Google Analytics 4. Dit doe je door naar het juiste account te gaan in Analytics.

Klik vervolgens op ’Beheer’ en dan op ‘gebeurtenissen’. Vul daar zowel de add to cart als de remove from cart in zoals in onderstaand voorbeeld is gedaan.

Als je dat hebt gedaan, dan zie je de remove from cart en de add to cart terug in Google Analytics 4. Kijk maar!

Inhoudsopgave

Daarin vertelde ik je ook waarom conversies worden toegewezen aan de betaalproviders en wat betaalproviders zijn. Dat ga ik in dit artikel dus niet nog een keer doen.

Binnen Analytics 4 werkt het uitsluiten van betaalproviders net wat anders. En dat ga ik je in dit artikel wél laten zien.

Stappenplan voor het uitsluiten van betaalproviders in Google Analytics 4

Stap 1: log in bij Google Analytics

Stap 2: klik op het account en op de property waar je de verwijzingsuitsluiting wilt toevoegen.

Stap 3: klik linksonder op ‘Beheer’ (het tandwieltje).

Stap 4: klik op ‘Gegevensstreams’.

Stap 5: klik de juiste gegevensstream aan.

Stap 6: klik onderaan op ‘Taginstellingen instellen’ en vervolgens op ‘Alles tonen’

Stap 7: klik op ‘Een lijst met ongewenste verwijzingen maken’.

Stap 8: vul daar alle onderstaande betaalproviders in totdat je de volledige lijst hebt gehad: 

3ds.bnpparibas.com
3dsecure.icicibank.com
3dsecure.icscards.nl
abnamro.nl
acs2.swedbank.se
acs4.3dsecure.no
asnbank.nl
bankieren.ideal.ing.nl
belgium-3dsecure-uvg.wlp-acs.com
belgium-3dsecure.wlp-acs.com
belgium-uvj-3dsecure.wlp-acs.com
betalen.rabobank.nl
bitpay.com
cap.attempts.securecode.com
cap.securecode.com
checkout.buckaroo.nl
diensten.asnbank.nl
diensten.regiobank.nl
giropay.sparkasse-lev.de
ideal.asnbank.nl
ideal.bunq.com
ideal.bunq.nl
ideal.ing.nl
ideal.knab.nl
ideal.regiobank.nl
ideal.snsbank.nl
ideal.triodos.nl
ideal.vanlanschot.com
live.adyen.com
mollie.com
multisafepay.com
mycardsecure.com
pay.mollie.nl
pay.multisafepay.com
pay.nl
payment-web.sips-atos.com
paypal.com
regiobank.nl
secure.curopayments.net
secure.ogone.com
secure5.arcot.com
securecode.abnamro.nl
securecode.com
securesuite.co.uk
securesuite.net
secureyou3d.ing.be
sicher-einkaufen.commerzbank.de
sicheres-bezahlen.bw-bank.de
snsbank.nl
sparkasse-lev.de
tsys.arcot.com
verifiedbyvisa.com
wlp-acs.com

Inhoudsopgave

In dat artikel liet ik je ook zien hoe je Site Search aanzet binnen WordPress. In dit artikel laat ik je zien hoe je dat doet binnen Shopify.

Stap 1: Zorg dat de website is voorzien van Google Analytics / Google Analytics 4

De eerste stap is je website natuurlijk koppelen aan Analytics. Ik raad je aan om dat via Tag Manager te doen.

Hoe je dat doet, leg ik in onderstaande blogs uit:

• Stappenplan voor het installeren van Google Analytics via Google Tag Manager
• Handleiding: Google Analytics 4 (GA4) inladen via Tag Manager

Stap 2: Zet Site Search aan binnen Google Analytics

Voor Google Analytics:
Ga naar Google Analytics, klik linksonder op ‘beheerder’ en klik dan rechts op ‘instellingen voor dataweergave’.

Scrol helemaal naar onder en zet ‘Site Search’ op ‘aan’.

Voor Google Analytics 4:
Site Search staat binnen Google Analytics 4 standaard aan. Daar hoef je in principe niks voor te doen.

Mocht je twijfelen of Site Search aanstaat, dan kan je de optie op de volgende manier terugvinden:

Ga naar Google Analytics, klik linksonder op ‘beheerder’ en klik dan rechts op ‘gegevensstreams’.

Klik de gegevensstream aan en klik vervolgens op het tandwieltje bij ‘Verbeterde meting’.

Zorg dat het schuifje aanstaat bij ‘Zoeken op de site’.

Stap 3: Haal de query parameters eruit bij Google Analytics

Of je nu nog de ‘gewone’ Google Analytics hebt of al bent overgestapt op Google Analytics 4, voor beide weet je nu hoe je site search aan zet.

Je moet nog wel één extra handeling verrichten om site search goed op je Shopify website te gebruiken. Je moet namelijk de queryparameter uitsluiten in Analytics. De queryparameter is hetgeen wat voor het zoekwoord staat als je hebt gezocht.

En bij bijna alle Shopify shops is dat de ‘q’.

Binnen Google Analytics moet je de q toevoegen als queryparameter en vervolgens ook het vinkje aanzetten met ‘queryparameters verwijderen uit de URL’.

Binnen Google Analytics 4 wordt deze queryparameter standaard al uitgesloten.

Mocht je nu willen weten wat je allemaal met Site Search kan, waar je het kan terugvinden en wat de voordelen zijn, dan adviseer ik je mijn blog

‘Site Search: Eenvoudig zoekopdrachten binnen je website bijhouden’ te lezen.

Inhoudsopgave

De zoekfunctie staat vaak niet in het rijtje en dat vinden wij jammer! Zo jammer zelfs, dat ik besloten heb om een heel artikel te wijden aan de zoekfunctie.

Dus zie hier: 12 tips voor het verbeteren van de zoekfunctie binnen je website.

Tip 1: Vraag je af of de zoekfunctie écht nodig is

Voordat je jouw zoekfunctie kan gaan verbeteren, moet je echt nagaan of het nodig is dat je een zoekfunctie hebt. Denk jij echt dat jouw bezoekers de zoekfunctie gaan gebruiken?

Als het antwoord op die vraag ‘ja’ is, dan zit je goed. Als je denkt dat het antwoord nee is, dan moet je snel naar tip 2 om te checken of dat klopt :).

(Oftewel, in beide gevallen moet je door naar tip 2).

Maar nu even zonder te dollen. Als jij een accountant bent en een website hebt met 10 pagina’s die allemaal in het menu staan, dan heb je echt geen zoekfunctie nodig.

Maar als je Nederlands grootste accountancy platform bent met duizenden blogs en duizenden kennisbankartikelen, dan heb je die zoekfunctie wel nodig.

Hetzelfde geldt voor webshops, die hebben eigenlijk ook altijd een zoekfunctie nodig zodat mensen zelf de juiste producten kunnen vinden.

Tip 2: Maak de zoekfunctie meetbaar

Om antwoord op te geven op de vraag ‘heb ik de zoekfunctie echt nodig?’ kan je natuurlijk de data gebruiken.

Want binnen Google Analytics zit standaard een functie waarmee je kan zien of je zoekfunctie wordt gebruikt en zo ja,wat er wordt ingevoerd en hoe vaak dat dan wordt ingevoerd.

Als je een zoekfunctie op je website hebt, dan MOET je dit gebruiken. Die gegevens zijn namelijk goud waard.

Deze gegevens kan je namelijk gebruiken om je website beter in te richten. Wordt er vaak op mutsen gezocht in je zoekfunctie en heb je die categorie verstopt?

Zorg ervoor dat deze makkelijker te vinden is! Zoeken mensen vaak op een bepaald onderwerp, maar staat daar niks over op je website? Schrijf er wat over!

Mocht je nu denken ‘Hé, dat is vet! Ik wil dat ook meetbaar maken. Leg dat eens uit!’? Dan geen nood. Ik zou Daniel niet zijn als ik daar niet al eerder een blog over heb geschreven: Site Search: Eenvoudig zoekopdrachten binnen je website bijhouden.

Tip 3: Zorg ervoor dat de zoekfunctie spelfouten eruit filtert

Niets is zo vervelend als een zoekfunctie die niet snapt dat je met omaviets eigenlijk omafiets bedoelt. Of rode banl in plaats van rode bank.

Naast dat dit een spelfout kan zijn, kan het natuurlijk ook zo zijn dat de persoon echt niet weet hoe je iets schrijft of dat de bezoeker in kwestie dyslectisch is.

Zorg er daarom voor dat je zoekfunctie slim genoeg is en voorkom teleurstellingen voor de gebruiker. Want als iemand iets niet kan vinden binnen je website, de zoekfunctie gebruikt en ook dan weer teleurgesteld wordt, dan is ‘ie in no-time weer verdwenen. En terecht.

Tip 4: Stel mensen niet teleur met een saaie niks gevonden pagina

Het kan natuurlijk ook eens voorkomen dat een bezoeker iets zoekt wat jij niet aanbiedt.

Als deze persoon vervolgens de zoekfunctie gebruikt, dan krijgt hij natuurlijk niet te zien wat hij verwacht of hoopt te zien.

En in bepaalde gevallen kan het zelfs zijn dat hij of zij helemaal niks te zien krijgt. Dan zal de zoekfunctie de ‘niet gevonden pagina’ tonen. Zorg ervoor dat je die pagina ook wat liefde geeft.

Zet hier bijvoorbeeld je contactgegevens neer en geef aan dat mensen je kunnen bellen. Of zet hier de belangrijkste pagina’s van je website neer en geef vooral de optie om nog een keer te kunnen zoeken.

Zorg dat de zoekfunctie niet verdwijnt en zorg ervoor dat het geen dood einde wordt.

Bonus tip: Het kan ook gebeuren dat de zoekfunctie van je website erg slecht is en dat hij daarom deze pagina vaak toont. Dat maakt de ‘niet gevonden pagina’ nog belangrijker!

Tip 5: Laat eerdere zoekopdrachten van de gebruiker zien

Het kan ons allemaal overkomen. Je was laatst op zoek naar dat ene product, maar je bent de naam vergeten.

Je zit te denken, maar je komt er niet meer op…

Maar ook dit kan je overkomen: je wilt een product hebben, maar besluit het niet te kopen. Even later zie je de naam van het product weer en je denkt nu: ja, ik ga ervoor!

In beide gevallen zijn de zoekopdrachten die je eerder hebt gedaan binnen de zoekfunctie erg belangrijk en dus wil je dan ook de zoekgeschiedenis tonen aan je bezoeker!

Tip 6: Gebruik een auto-complete zoekfunctie

Wanneer een zoekfunctie slim genoeg is om de input zelf af te maken, dan heeft dat een aantal voordelen:

• De gebruiker ziet wat hij wil zien en hoeft verder niet te typen
• De gebruiker ziet, naast wat hij wilde zien, ook andere relevante content die voor hem of haar interessant is
• De gebruiker kan eventueel direct zien dat jij de gezochte content niet op je website hebt staan

Oftewel, alleen maar voordelen voor jou en voor de gebruiker!

Tip 7: Denk aan de mobiele versie van je zoekfunctie

Het komt nog steeds vaak genoeg voor dat een website qua design volledig wordt ontworpen voor desktop en dat er vervolgens elementen worden geschrapt om ‘m op mobiel er ook goed uit te laten zien.

En dat is geen goede denkwijze. Want bepaalde elementen, zoals een zoekfunctie, kunnen juist voor bepaalde websites en doelgroep heel belangrijk zijn.

De zoekfunctie mag niet geschrapt worden. Sterker nog, hij moet een prominente plek krijgen.

Neem bijvoorbeeld een voorbeeld aan Amazon. Plaats de zoekfunctie altijd bovenaan of geef ‘m een prominente plek in het menu wanneer hij belangrijk is.

Tip 8: Plaats de zoekbalk op een logische plek

Een zoekfunctie op een logische plek betekent niet onderaan je menu, achter een hamburgermenu op desktop of bijvoorbeeld in je footer…

Dan moet ik stiekem altijd een beetje lachen.

Je kan de content die je zoekt niet vinden en dan hebben ze ook nog eens de zoekfunctie verstopt.

Wat dan wel een logische plek is? Bijvoorbeeld in het menu als zoekfunctie of bijvoorbeeld een vergrootglas in je menu.

Tip 9: Sticky zoekfunctie of geen sticky zoekfunctie?

Eigenlijk is de tip van deze titel een beetje misleidend. Want je navigatie is sticky (altijd zichtbaar) of niet sticky. Niet je zoekfunctie!

Om heel eerlijk te zijn, kan ik je hier niet zeggen doe X of doe Y. Bij een aantal klanten hebben we namelijk getest of een sticky navigatie helpt.

En ja, dat deed het. Maar bij een aantal ook niet. Bij webshops zagen we dat het vaak wel een positieve impact heeft, maar bij B2B leadgeneratie websites weer niet.

Maar ook dat is weer afhankelijk van het product, de prijs, de content, de CTA’s en de rest van je website.

Mijn tip aan jou? Test wat voor jouw website, product en doelgroep goed werkt.

Tip 10: Wanneer wel en geen filteropties?

Vaak zie je dat een filterfunctie wordt gebruikt omdat de zoekfunctie niet goed genoeg is. In dat geval hoef je eigenlijk helemaal geen filterfunctie te gebruiken, maar moet je je zoekfunctie beter maken.

Daarnaast ben ik zelf van mening dat het zoeken binnen je website zo makkelijk mogelijk moet gaan en dat je geen dingen moet tegenkomen die je tegenhouden bij het doel: Vinden wat je zoekt.

Een filterfunctie maakt dit vaak alleen maar lastiger.

Tip 11: Maak het visueel en laat producten zien

Ik heb een vraag voor je! Welke zoekfunctie vind jij prettiger om te zien en welke zou je liever gebruiken?

Is je antwoord links of rechts? Wil je mijn antwoord weten? Dat is rechts. Ik zie namelijk precies waar ik naar zoek. Coolblue laat afbeeldingen zien en toont ook andere visuele elementen.

Mensen zijn nou eenmaal visueel ingesteld dus maak daar gebruik van.

Betekent dit dat Beslist.nl geen goede zoekfunctie heeft en dat ze hun zoekfunctie nu moeten omgooien? Natuurlijk niet. Dat zullen ze vast getest hebben ;).

Tip 12: Gebruik de principes van Cialdini binnen je zoekfunctie

Bij tip 12 wil ik even teruggaan naar de screenshot van Coolblue bij tip 5. Namelijk het gebruik van reviews, logo’s en badges binnen de zoekfunctie.

In de screenshot zie je namelijk dat Coolblue dat extreem goed doet. Ze hebben een Coolblue’s keuze, ze laten sterren zien van de reviews en ze laten ook nog eens het aantal reviews zijn.

Oftewel, Coolblue maakt erg goed gebruik van de beïnvloedingsprincipes van Cialdini.

De beïnvloedingsprincipes van Cialdini? Ja, die ja!

Dr. Robert Cialdini heeft zes principes van overtuiging beschreven in zijn boek ‘Influence: The Psychology of Persuasion’. En later voegde hij er nog een zevende aan toe.

Met die principes kun je de bezoekers op je website proberen te overtuigen en aanzetten tot actie. Proberen, ja. Want er is geen garantie dat het ook daadwerkelijk werkt voor jouw doelgroep. Dat zou je moeten testen.

Dit zijn de zeven principes:

• Wederkerigheid
• Toewijding & consistentie
• Sociale bewijskracht
• Sympathie
• Autoriteit
• Schaarste
• Eenheid

Inhoudsopgave

Niet hebben van bedrijfsinformatie

Zou jij iets bestellen bij een bedrijf dat geen fysiek adres op de website heeft staan of geen telefoonnummer? Of nog erger, dat beiden ontbreken?

Ik in ieder geval niet. Contactgegevens zorgen voor vertrouwen, dat geeft potentiële klanten het gevoel dat ze je direct en gemakkelijk kan benaderen en dat je er voor ze bent.

Het werkt dus beide kanten op. Het niet hebben van bedrijfsinformatie zorgt voor wantrouwen en het hebben van bedrijfsinformatie zorgt voor vertrouwen.

Pro tip: zorg dat de bedrijfsinformatie in je footer en op je contactpagina staat.

Lange laadtijd

Er is weinig in de online wereld wat irritanter is dan een lange laadtijd. Niemand wil 20 seconden wachten op het laden van een website of een specifieke pagina binnen die website.

Laat staan dat iemand meerdere minuten bezig wil zijn om een simpele bestelling in je webshop te doen.

We leven in een wereld die steeds sneller gaat en daar hoort een snelle website dus ook bij. Zorg er dus voor dat je website zo snel mogelijk is!

Pro tip: Lees ons artikel genaamd ‘9 tools om de snelheid van je website testen’ en ontdek of jouw website snel genoeg is.

Geen gebruik van knoppen

Mensen zijn van nature heel lui. Dit geldt on- en offline. Wanneer mensen je website bezoeken moet je ze dus aan de hand meenemen om ze op de juiste manier naar de juiste plek te sturen.

Tijdens dit proces moet je de bezoeker lekker maken voor je product of dienst. Laat zien wat de voordelen voor de bezoeker zijn, laat zien voor wie je werkt, laat zien wat je goed kan.

Het doorsturen van die mensen gebeurt door middel van actieknoppen. Mensen komen bijvoorbeeld binnen op pagina X, moeten dan naar pagina Y en uiteindelijk naar pagina Z.

En wanneer je geen actieknoppen gebruikt, zal dat niet gebeuren. Knoppen zijn namelijk duidelijk klikbaar – en mensen klikken er dan ook graag op.

Pro tip: zet niet overal de ‘Contact’ actieknop neer. Stuur mensen door naar je diensten, naar je cases, naar de over ons pagina en andere pagina’s die voor de bezoeker belangrijk zijn.

Stockfoto’s

Er is nagenoeg niks wat je kan doen op je website dat onpersoonlijker is dan het gebruik van stockfoto’s. Mensen doen zaken met mensen. Laat dus ook vooral foto’s van jou en van je team zien.

Deze conversiekiller is dan ook tweeledig. Aan de ene kant gebruik je niet eigen foto’s, maar aan de andere kant zien mensen ook meteen dat het een stockfoto is.

Een dubbele teleurstelling dus.

Pro tip: schrijf/denk alle denkbare scenario’s en items uit waarvan je foto’s wilt hebben. Laat vervolgens een fotograaf langskomen en maak overal foto’s van.

Onduidelijk menustructuur

Een onduidelijke menustructuur is in eerste instantie slecht voor je organische vindbaarheid. Google weet dan namelijk niet welke pagina waar staat en hoe die pagina’s gevonden kunnen worden.

Maar een onduidelijke menustructuur is ook slecht voor je conversie. Vervang Google in de vorige zin maar eens voor Pietje:

“Pietje weet dan namelijk niet welke pagina waar staat en hoe die pagina’s gevonden kunnen worden.”

Oftewel: als je website niet duidelijk genoeg is en bijvoorbeeld je contactpagina achter een dropdown genaamd ‘Over ons’ zit verstopt, dan heeft dit een negatieve impact op je conversie.

Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor verstopte categorieën binnen je webshop, de over ons pagina of bijvoorbeeld je winkelmand.

Pro tip: teken je menustructuur uit op papier en trek lijntjes tussen pagina’s die met elkaar verbonden zijn. Zorg ervoor dat de structuur altijd zo simpel mogelijk is.

Fouten maken met je formulier

Ook dit is er één die ik vaak voorbij zie komen: fouten in een formulier. Denk hierbij aan:

• Contactformulieren
• Formulieren voor de aanvraag van offertes
• Aanmeldformulieren voor bijvoorbeeld je nieuwsbrief

Maar wat zijn dan de fouten die je kan maken? Nou, bijvoorbeeld deze:

• Een formulier met te veel velden
• Een formulier met te weinig velden
• Velden verplicht maken die niet verplicht hoeven zijn
• Een veld dat om wat voor reden niet werkt
• Een formulier dat niet verstuurd kan worden

Pro tip: test je formulier regelmatig en zorg ervoor dat je rond de 3 tot 5 velden per formulier hebt.

Belangrijke content niet direct zichtbaar

Mensen bezoeken je website om een bepaalde reden. Ze willen namelijk vinden wat ze zoeken.

Zorg er dus voor dat je die content ook direct voorgeschoteld. Ga er niet een banner, een flinke lap tekst en 2 video’s tussen zetten en, zoals je misschien op school hebt geleerd, de belangrijkste content bewaren voor het slot.

Begin hier juist mee!

Verwachten mensen dat er een telefoonnummer bovenaan staat wanneer ze googlen op jouw zoekterm? Zet die bovenaan! Verwachten mensen een stuk informatie? Zet dat bovenaan! Verwachten mensen een formulier waar ze zich kunnen inschrijven?

Je raadt het al… Zet die bovenaan.

Pro tip: ga voordat je met een pagina aan de slag gaat goed na wat de intentie is van de zoeker. Vraag jezelf af: wat wilt deze persoon bereiken?

Niet hebben van HTTPS

“Je verbinding is niet privé. Cybercriminelen proberen mogelijk je gegevens van [WEBSITENAAM] (bijvoorbeeld wachtwoorden, berichten of creditcardgegevens) te stelen.”

Dat is exact de melding die Google Chrome geeft wanneer je website geen gebruik maakt van een SSL-certificaat en dus niet is voorzien van HTTPs.

Dit is veruit de grootste conversiekiller uit deze lijst, omdat de mensen hierdoor je website geeneens gaan bezoeken.

Pro tip: Zorg. Voor. Een. SSL. Certificaat.

Geen goed mobiel design

Websites zonder mobiel design zijn gelukkig een uitstervend ras! Er zijn steeds minder websites niet mobile responsive waarbij foto’s scheef staan, knoppen niet werken, tekst buiten beeld valt en het menu niet werkt.

Verschrikkelijk.

Pro tip: Bouw je website mobile-first wanneer het aandeel mobiele bezoekers meer dan 70% is.

Geen gebruik maken van de overtuigingsprincipes (van Cialdini)

Je kan natuurlijk niet een artikel over conversie(killers) schrijven zonder Cialdini te noemen. Dr. Robert Cialdini heeft 7 beïnvloedingsprincipes omschreven waarmee jij de bezoeker kan overtuigen van je kennis, kunde en producten of diensten..

Een echte conversiekiller is, heel flauw, het ontbreken van die principes. Denk bijvoorbeeld aan:

• Niet inzetten van reviews
• Niet inzetten van schaarste
• Geen gebruik maken van autoriteit (logo’s van leveranciers, keurmerken en partners)
• Geen gebruik van gratis weggevers

Pro tip: zorg ervoor dat je altijd de principes van Cialdini gebruikt.

Niet kunnen afrekenen als gast

Dit is voor mij persoonlijk veruit de grootste conversiekiller uit deze lijst. Wanneer ik niet kan afrekenen als gast, dan voelt dat voor mij als een dolk in mijn rug.

Dit vind ik zelfs zo vervelend dat ik al jaren geen bioscoopkaartjes meer koop bij Pathé. Jaren geleden heb ik daar een account aangemaakt, maar natuurlijk weet ik mijn wachtwoord niet meer.

Als we dan last minute naar de bioscoop willen, dan wil je ‘ff’ snel kaartjes halen. Maar dan kom je erachter dat dit niet kan met je mailadres, omdat je daar al een account mee hebt aangemaakt.

Verschrikkelijk…

Pro tip: vraag je vriendin de bioscoopkaartjes te kopen bij Pathé, zodat je dat zelf niet meer hoeft te doen.

Pop-ups op verkeerde momenten en plaatsen

Wanneer je pop-ups op de juiste manier inzet, dan kan dat goed voor je werken. Maar wanneer je pop-ups op de verkeerde manier inzet, dan kan dat ook negatief werken.

Zo kwam ik ooit een full page pop-up tegen in het betaalproces. En om het nog erger te maken: ik kon geen kruisje vinden om de pop-up te sluiten.

Zorg er daarom dus voor dat de pop-ups op de juiste plek en op het juiste moment tevoorschijn komen. Bijvoorbeeld wanneer mensen je website willen verlaten of wanneer ze je blog aan het lezen zijn.

Maar dus niet wanneer je middenin het betaalproces zit.

Pro tip: zorg ervoor dat mensen je pop-up in ieder geval makkelijk kunnen wegklikken.

Het ontbreken van een zoekfunctie

Hoe fantastisch is het dat je vanaf elk pagina en elk moment binnen een website op zoek kan gaan naar het onderwerp dat je zoekt? Dat is toch superhandig?

Dat doe je met een zoekfunctie. Je geeft mensen de mogelijkheid om direct naar de juiste plek te gaan binnen je website. Mensen hoeven niet in je website te gaan rommelen om de informatie te vinden, maar ze kunnen gemakkelijk de content meteen vinden.

Oftewel, je zorgt met een zoekfunctie voor minder frictie. En hoe minder frictie, hoe blijer je bezoekers worden.

Pro tip: test of een zoekfunctie die alvast het zoekresultaat afmaakt prettig is voor je doelgroep.

Geen concreet doel hebben binnen de website

Weet jij wat precies het doel is van je website? Is dat mailadressen vergaren?

Is dat belletjes binnen slepen of is het keiharde sales realiseren?

Als je dat duidelijk hebt, dan kan je daar je hele website op inrichten. Je tekst, je afbeeldingen, je pagina’s, je menu, etc. Ik kom nog regelmatig websites tegen waar dit niet allemaal in lijn is.

Mensen kunnen iets kopen, iets aanvragen, een formulier invullen of iets downloaden. Zorg ervoor dat het voor je doelgroep heel concreet is wat ze moeten.

Zorg voor focus en geeft niet te veel opties, want dat leidt tot keuzestress.

Pro tip: open pagina’s binnen je website en knijp met je ogen. Zie jij (en je doelgroep) wat het doel is van je website?

Slecht teksten (Teveel focus op SEO of je doelgroep niet kennen)

‘Ben je op zoek naar Hotel Arnhem? Wij zijn de beste Hotel Arnhem. Wij als Hotel Arnhem zijn de beste van … ‘ Ja, dit waren echt zinnen die ik ooit eens tegen ben gekomen op een website.

Teksten die te veel zijn gefocust op SEO worden door Google genadeloos afgeschaft en zullen ook slecht converteren. Een andere veelgemaakte fouten binnen het schrijven van teksten is het niet kennen van je doelgroep.

Weet jij echt wat het probleem is van je doelgroep? Weet je echt waar je doelgroep tegenaan loopt? En weet je ook echt wie je doelgroep is?

Als je dat niet weet, zullen je teksten nooit goed zijn. Je kan je namelijk niet inleven en je weet niet waar je je op moet focussen.

Pro tip: laat een paar mensen die je binnen je doelgroep vallen je tekst eens lezen en vraag wat ze hiervan vinden.